In het politieke landschap anno 2023 kan men zich afvragen of er nog wel écht zoiets bestaat als een richtingsprincipe. Op de middelbare school leerde ik voor het eerst hoe het politieke systeem in Nederland ongeveer werkt. De Trias Politica, de Eerste en Tweede kamer, Ministeries, Provinciale Staten en Gemeenten werden allemaal op de meest basale manier mogelijk uitgelegd. Dan werd er, als een soort bijzaak, ook nog kort aandacht besteed aan hoe de mensen die op al deze plekken werkzaam zijn en/of het volk vertegenwoordigen binnen het linkse, rechtse of het midden-vakje passen. Zo vond links het belangrijk dat alle mensen in Nederland behoorlijk rond kunnen komen, ongeacht de financiële situatie die de wereld ze heeft toegewezen. En rechts had uitgewerkte wetten en regels die de rust en orde bewaren hoog in het vaandel staan. Het midden vond allebei erg belangrijk en had verder niet veel in te brengen.

Dat is zo ongeveer de strekking geweest van maatschappijleer lessen die ik 10 jaar geleden volgde. Vaak gebaseerd op de politieke geschiedenis van ons land, gecombineerd met de actuele waan van de dag. Hierin was het begrip “Parlementaire democratie” altijd de gemene deler. Het besef dat je als Nederlander het geluk had om überhaupt te mogen kiezen was cruciaal. Dat je links, of in ieder geval niet rechts moest stemmen was bijna een gegeven.

Echter bleef alles natuurlijk theoretisch. Als 14-jarige heb je in Nederland geen stemrecht, dus wat kan het jou roesten waar de grote mensen toch allemaal over discussiëren? Als jouw tijd komt, dan stem je wel gewoon wat zij stemmen. Daarom stemde ik als frisse PABO-student ook gewoon op D66. Links. Ik vond bedrukkende wetten en regels minder belangrijk dan eten op tafel van elke Nederlander. En ik vond natuur belangrijker dan veel meer belasting betalen. En ik had Turkse vrienden die mochten blijven. D66 was immers de onderwijspartij, en onderwijzers verzorgden de lessen waarin ik over politiek had geleerd. Bovendien zou ik met D66 in de toekomst beter betaald krijgen. Als ik afstudeerde zou er een mooie beloning voor mijn ingevulde stembiljet klaarliggen. Zo ging het verhaal op het HBO de rondte.

Ik schrok behoorlijk toen ik 4 jaar later een heel andere partij aankruiste en moest toegeven dat ik me had laten inpakken door politieke praatjes, loze beloftes en een omgekeerde realiteit. Links is helemaal niet links, maar eerder rechts. En rechts is wel een beetje rechts, maar nog vaker links. Het midden bestaat helemaal niet echt. Controlerende wetten die de individuele vrijheid van Nederlanders aanvallen komen uit de linkerhoek. Sociaal gedachtegoed en bezorgd zijn over doodvriezende bejaarden die de stroomrekening niet kunnen betalen komt vaak van rechts.

Is het dan in 10 jaar zo enorm veranderd? En waarom? Waardoor? Hebben een pandemie, eeuwige klimaatverandering, een woningcrisis, aardbevingen en een toeslagenaffaire dan zoveel effect op het collectieve gedachtengoed van mensen? Waarschijnlijk niet, want hetzelfde Teflonkabinet draait al 12 jaar ongegeneerd aan de knoppen van onze samenleving. Voeren zij links beleid, of rechts? We gebruiken de woorden vaak om elkaar uit te schelden, en plakken er “extreem” voor. Maar weten we wel wat dat in de praktijk inhoudt? Is er eigenlijk een politiek commentator die nog een pijl kan trekken op de richting van onze regering. Het enige dat nog enigszins houvast biedt is dat de partijen in de Tweede Kamer letterlijk van links naar rechts hun zetels toebedeeld krijgen.

Toch verandert er weinig aan de maatschappijleerlessen van vandaag. Op nieuwe toevoegingen zoals “herken de complotdenker” en “kritisch leren denken” na dan. Wat we in de basis over de politieke wereld weten en leren was 10 jaar geleden bij lange na niet genoeg om als kiezer duidelijk te kunnen navigeren tijdens verkiezingstijd. Tot op heden heeft er geen verbetering plaatsgevonden. En dat is hoe roest ontstaat. Geen onderhoud.

Is het wel eerlijk om de nieuwe generatie kiezers de wereld in te sturen met politieke kennis die enkel uit door het verjaarde Ministerie van Onderwijs gedoogde boeken komt? Is het wel fair om die nieuwe generatie met hokjes als “links, rechts” en “midden” naar de stembus te sturen terwijl die in de praktijk al lang niet meer van toepassing zijn? Of moeten nieuwe kiezers maar eens een volledig debat van de Tweede Kamer volgen en partijprogramma’s lezen voordat we ze de volgende campagnetijd insturen? Al is het alleen maar om een beetje bewustwording te creëren, zodat men weet hoe je dagelijks tegen je eigen ingevulde stembiljet aan kunt lopen? Misschien wordt het tijd dat we als samenleving verantwoordelijkheid gaan nemen voor dat wat wij elke 4 jaar aanrichten. Tijd om het heft in eigen handen te nemen en geen doorgewinterde politici, maar burgers in ons parlement te laten plaatsnemen?

Ik teken ervoor.

Niet met het volgende rode potlood dat een vertegenwoordigende stem aankruist, maar met onze eigen stem.

 

Alles wat wij deden, doen en zullen gaan doen, dat doen we Samen Voor Nederland.

 

Denzel Olde Kalter