“Polariseren is een vak.” zei een overwegend wijze dame me ooit. Lange tijd begreep ik niet helemaal hoe dat in zijn werk zou moeten gaan. Pas nadat ik begon met het lezen van verschillende kranten, en het bekijken van allerlei praatprogramma’s ontdekte ik hoe je als polarisator van je hobby je beroep kan maken. En vaak nog een goed betaald beroep ook.

Je zou met je eigen talkshow bijvoorbeeld een hele beroepsgroep kunnen “adviseren” om een andere baan te zoeken. Of je gebruikt elke uitnodiging die je van een willekeurig NPO-radioprogramma krijgt om de vaccinatieoorlog te openen. Door te suggereren dat mensen die kritisch denken over het gevoerde Coronabeleid waarschijnlijk verantwoordelijk zullen zijn voor de volgende mazelen-pandemie.

Eerlijk is eerlijk, het herhaaldelijk roepen van het woord “neger” om maar te kijken wat voor een vrij woord je wel niet hebt, is net zo tergend en onproductief. En de LHBTQI+ ideologie toeschrijven aan iedere homo, lesbie of biseksuele persoon die voorbijkomt is ook niet helemaal terecht. Discussies eindigen voordat ze begonnen zijn is een Two Way Street.

Polarisatie is natuurlijk een uiterst waardevol product voor een regering die eigenlijk niet zo heel erg goed weet waar ze mee bezig is. Het zorgt er namelijk voor dat de gewone burgers er nooit als collectief achter komen hoe incapabel het met Den Haag gesteld is. Inhoudelijke gesprekken krijgen nooit de kans om van start te gaan, want er hangt al een handig frame in de lucht. Woorden als “complotdenker” en “deuger” worden rondgestrooid met als resultaat dat niemand van de ander leert. Ik denk niet dat ik hoef in te gaan op vraag: “waar zijn deze woorden ontstaan, en hoe worden ze de samenleving in geslingerd?”. DPG-media en de NPO weten in ieder geval van niets.

Echt niet.

Hoe komen we dan toch aan een sfeer die ervoor kan zorgen dat we wél naar elkaar kunnen luisteren? Waarin we het radicaal met elkaar oneens kunnen zijn, en juist daarom met elkaar in gesprek gaan om onze overeenkomsten te ontdekken? Een manier waarop we Samen voor Nederland kunnen zijn?

Ik heb ondertussen geleerd dat dit alleen kan als je bij jezelf begint. Zo open als ik me noodgedwongen heb opgesteld toen ik geen QR-code wilde gebruiken en ontdekte dat onze wereld er aanzienlijk anders uitziet als je het vanuit een minderheidsgroep bekijkt, zo open ben ik gebleven. Mensen die een gevoel van erkenning of rust ervaren bij het horen van een voorbereid excuus van de Koning, joel ik niet uit. En mensen die bazen van grote oliemaatschappijen willen terugfluiten zie ik als medestrijders tegen tal van andere, veel te machtige CEO’s. De kranten stapelen zich dan misschien op, en de tv blijft vaak uit. Maar daarmee groeit het besef dat de groenlinkse bakfietser en de BMW-toerende PVV’er ook best vaak over dezelfde weg rijden. Het pad naar beter begint met introspectie en de bereidheid om onze eigen overtuigingen te bevragen, zo zijn we immers zelf beland op de plek waar we nu zijn. Luisteren, een ander perspectief proberen te begrijpen hoeft bovendien niet te betekenen dat we onze eigen waarden en overtuigingen los moeten laten. Maar als gemeenschap van kritische denkers is het aan ons om de door de zoetzure appel heen te bijten en de dialoog weer op medemenselijk niveau te voeren. Het vraagt om het afwerpen van onze vooringenomenheid en de kunst om de ander als gelijk te zien, niet als directe tegenstander. Die zit namelijk elders lachend aan de knoppen van verdeeldheid te draaien.

In een wereld waar feiten continu verschillen en veranderen, met een beetje hulp van menig politicus en mediaplatform, lijkt het misschien lastig om een gesprek op de inhoud te voeren. De één haalt zijn overtuiging uit de woorden van een klokkenluider en de ander neemt alles wat een bepaalde journalist over de klokkenluider weerlegt als absolute waarheid aan. Uw buurman begrijpt niet waarom u de boeren koste wat het kost wilt steunen, en u begrijpt niet waar hij in vredesnaam zijn eten eigenlijk vandaan denkt te gaan halen.

Relativeren en een goede dosis humor helpen mij altijd om wezenlijke verschillen te accepteren. Dat is u ondertussen misschien wel opgevallen. Lachen kunnen we namelijk allemaal. Wellicht is dát wel de superlijm die ons terug bij elkaar kan brengen.

Laten we beginnen bij een kopje koffie aan de keukentafel. Of een biertje in de sportkantine na een lange wedstrijd.

Zolang dat nog is toegestaan, dan.

 

Alles wat wij deden, doen en zullen gaan doen, dat doen we Samen Voor Nederland.

Denzel Olde Kalter